dinsdag 20 oktober 2015

Dramadriehoek & Winnersdriehoek

Psychologische spelen




De dramadriehoek verwijst naar die hoofdrolspelers: de aanklager, de redder en het slachtoffer. Mensen zitten in de punten van de dramadriehoek zonder dat ze het zelf doorhebben, de rol die ze op dat moment hebben wisselt per communicatie.

 De aanklager:
Hij verwijt de ander dat hij of zij het niet goed doet, niet luistert naar goede raad of zelf de oorzaak is van allerlei tegenslagen of misslukkingen. Kenmerkend is dat de aanklager uit de sloot haalt.
De aanklager zorgt ervoor dat hij niet verantwoordelijk is en voelt zich beter dan anderen ook houdt hij  de rest op afstand.

 De redder:
De redder is degene die het wel weet of het probleem voor een ander zal oplossen, hij neemt hier verantwoordelijkheid over en maakt daarmee de ander klein. Kenmerkend van de redder is dat hij 'er boven staat', hij weet het toch allemaal beter.
De redder maakt zichzelf belangrijker dan de ander en maakt anderen afhankelijk van zijn of haar werk en de redder kan laten zien hoe goed hij of zij is.
 
 Het slachtoffer
Het slachtoffer ontkent zijn eigen verantwoordelijkheid en vraagt op een manipulerende manier (negatieve aandacht) steun en aandacht. Het slachtoffer trekt voornamelijk de redders aan. Kenmerkend van het slachtoffer is dat hij veel klaagt, jammert en zich hulpeloos gedraagt. 
Het slachtoffer zorgt ervoor dat er voor hem of haar gezorgd wordt, hij zorgt ervoor dat hij geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen en niet hoeft na te denken over een project.

Het drama houdt in dat ze niet op een gelijkwaardige manier met elkaar kunnen communiceren, iedereen zit in hun eigen rol waardoor ze niet op het zelfde niveau kunnen praten. Ook nemen ze geen eigen verantwoordelijkheid. Ze duwen anderen in een van de andere rollen en uiteindelijk blijft iedereen met een vervelend gevoel achter.

Hieronder zie je hoe zij tegenover elkaar staan:


Er zijn verschillende niveaus in de psychologische spelen:

Eerstegraadsspelen:
Deze worden geaccepteerd binnen de sociale omgeving van de spelers.

Tweedegraadsspelen:
Deze worden door de spelers liever in het verborgene uitgevoerd, al is de schade vaak beperkt en niet onomkeerbaar.

Derdergraadsspelen:
Deze kunnen behoorlijke (psychische of lichamelijke) schade of letsel veroorzaken bij één of meer van de spelers.

Wanneer je het spel kent kun je er ook uit blijven door in de winnaarsdriehoek te gaan.
Deze bestaat uit realisme, feedback geven en ontvangen en helpen.



 De aanklager:
De aanklager kan zijn gedrag positief ombuigen door op een vriendelijke en constructieve manier feedback te geven.

 De redder:
De redder kan zijn gedrag ombuigen in hulp door duidelijke afspraken te maken en nooit meer te doen dan nodig.

 Het slachtoffer:
Het slachtoffer heeft realisme nodig om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen in plaats van andere als de schuldige aan te wijzen. Het slachtoffer moet zelf ook op zoek naar oplossingen voor zijn problemen.

Dus wanneer je in een situatie zit waarin je merkt dat het de psychologische spelen begint te worden, zorg er dan voor om de verantwoordelijkheid te nemen en naar de winnaarsdriehoek over te stappen.

Groepsfasen

Groepsdynamica

 

 

Een groep is een verzameling van 2 of meerdere personen die met elkaar omgaan. Omdat zij zich met elkaar identificeren (dezelfde muziekstijl etc.) of omdat zij een gezamenlijk doel hebben (diploma halen). 

Er zijn een paar groepsfasen: 
- Voorfase 
- Oriëntatiefase
- Machtsfase
- Affectie fase
- De fase van de autonome groep
- Afsluitingsfase
 
Voorfase: 
In deze fase wordt de groep ontworpen, doelstellingen gemaakt, er wordt gekozen hoe ze te werk gaan, wie gaat welke taak uitvoeren, maken van planningen en hoe groot mag de groep worden. Wanneer er mensen zich later bij de groep vormen krijgen zij deze fase niet vaak niet mee.

 Oriëntatiefase:
In deze fase zie je afhankelijk gedrag in de richting van de leiding of een vast programma, ook zie je dat de groep naar structuur zoekt, er onzekerheid is naar de eigen positie en dat de groep op zoek is naar vertrouwen tussen de onderlinge leden in de groep.
Deze fase wordt afgerond wanneer elk groepslid een plaats heeft gevonden in de structuur van de groep en het gevoel heeft dat hij/zij erbij hoort.


Machtsfase:
In deze fase zijn de groepsleden in staat om hun gevoelens uit te spreken en komen onderlinge betrekkingen steeds meer centraal te staan. In deze fase zie je ook dat er vragen komen rondom macht, dominantie, gezag en verantwoordelijkheid. Elk groepslid probeert in deze fase een zo comfortabel mogelijke positie te bezetten.

Affectiefase:
In deze fase staat de omgang met elkaar centraal. De groepsleden zijn openhartiger over hun gevoelens en over hun persoonlijke leven, dat zorgt ervoor dat ze elkaar steeds beter kunnen begrijpen.

Autonome fase:
In deze fase weet elk groepslid waar ze aan toe zijn ze weten hun positie,ze weten de taken en structuur. Maar ook wordt elk groepslid gewaardeerd en kan zichzelf zijn. Zelfs zonder leiding kan de groep efficiënt werken.

Afsluitingsfase:
In deze fase is al het werk gedaan en gaat de groep uit elkaar.

maandag 19 oktober 2015

Nature & Nurture

Wie ben ik

Mijn naam is Charissa en zit in het 2de leerjaar van Sociaal Cultureel Werk. Voor de lessen scw moeten we een blog bijhouden over wat we hebben geleerd. Deze week hebben we uitleg gekregen over nature en nurture.

Is iets aangeboren of aangeleerd?


nature-2

Voor deze les hebben we de opdracht gekregen om een test te maken. Dit was The Big Five. Het is een test waarbij je kan zien wat je hoe je persoonlijkheid in elkaar zit. Op 5 punten kun je daarop scoren en het laat je dan zien waar je ongeveer zit. 
De punten zijn emotioneel onbekommerd (emotionele stabiliteit), onbaatzuchtigheid (open staan voor belangen en wensen), gewetenvolheid (doelgerichtheid), extravertheid (het nodig hebben van sociale prikkels) en openheid (of je praktisch bent of buiten de paden gaat kijken). Toen ik de test gemaakt had vond ik zelf dat de scores wel redelijk overeen kwamen met hoe ik mezelf zie. Natuurlijk is het ook maar een gratis test die ik heb gemaakt en is het resultaat ook niet de daadwerkelijke waarheid. 

Maar waar komt nou het gedrag vandaan. 
- Nature: komt voort vanuit eigenschappen die in je genen zitten. Het aangeboren gedrag. - Nurture: komt voort uit oefening en invloed van de omgeving. Het aangeleerde gedrag. 
Gedrag is waarneembare handelingen, dus direct zichtbaar voor jezelf en anderen. Maar ook handelingen die niet waarneembaar zijn, je innerlijk gedrag en de onbewuste handelingen. 

Er is al jaren een discussie tussen erfelijkheid en de omgeving waarin jij je bevindt. Welk gedrag is aangeboren en wat is aangeleerd. Het is iets wat niet makkelijk aantoonbaar is, je kunt niet gemakkelijk zeggen dat gedrag bij een persoon is aangeboren of wanneer het is aangeleerd.